Nieuwkoop|

Op donderdagavond 3 juni heeft onze fractie tegen het Raadsvoorstel RES gestemd. Hieronder is de spreektest van woordvoerder Tom de Kleer opgenomen:

“Wij doen daarom een beroep op de partijen aan de formatieonderhandelingstafel. Neem regie op dit ontzettend belangrijke dossier. Herstel de weeffouten en kom met een langetermijnstrategie op energie-opwek in Nederland, in plaats van het over de schutting te gooien bij RES-regio’s die los van elkaar en op (te) kleine schaal invulling pogen te geven aan de opgave die ze van het Rijk hebben gekregen. Deze energietransitie is té groot, té belangrijk en ook té complex om slechts aan gemeenten over te laten die op microniveau allerlei not in my backyard-discussies moeten gaan voeren. Een landelijke visie op verregaande integrale samenwerking tussen overheidslagen is broodnodig.”

Dit waren de woorden van Anouk Noordermeer, Peter van Dijk en mijzelf in de Telegraaf drie weken terug. Deze, gedecentraliseerde manier van invulling geven aan de zeer belangrijke energietransitie, werkt niet. Het wordt kostbaar en niet efficiënt. Het wordt tijd voor regie vanuit Den Haag op alle ruimtelijke dossiers in dit land.

Maar goed, nu dat is gezegd, kunnen we kijken naar het bod dat vanuit Nieuwkoop wordt voorgesteld. Voor onze fractie spelen dan verschillende overwegingen mee. We kijken naar draagvlak, participatie en het proces op basis waarvan de keuze voor de oriëntatiegebieden tot stand is gekomen. Anderzijds kijken we ook met een realistisch oog, naar de netcapaciteit bijvoorbeeld. Kan het eigenlijk wel wat we voorstellen? Dan draait het om: hebben wij als raadsleden voldoende informatie en is het voorstel coherent en volledig onderbouwd.

Het merendeel van deze vragen heeft onze fractie niet positief kunnen beantwoorden.
Ik neem u daarin mee.

Het college stelt vier oriëntatiegebieden aan de raad voor. Onze fractie heeft in de Meningsvormende Raad meermalen gevraagd voor een door een Liander aangeleverde op Nieuwkoop toegespitste analyse van de netcapaciteit. Wethouder Elkhuizen wilde deze tot mijn spijt niet leveren. We hechten hier wel grote waar aan, omdat alle inhoudelijk documenten die wij hebben, van Provincie, Holland Rijnland, Liander zelf, en ook gisteren het Rijk in beantwoording van Kamervragen, allemaal zeggen: als je vol op zon gaat is dat niet efficiënt en duur en daarom niet altijd mogelijk. Er kunnen redenen voor zijn dat je dat wel doet, maar zorg dan ook voor een degelijke doorrekening, waar we vertrouwen uit kunnen putten, dat het überhaupt kan.  

Wij moeten het nu doen met de technische beantwoording van het college zelf, die veel ruimte en onzekerheden open laat. In drie van de vier oriëntatiegebieden is het maar zeer de vraag of het qua netcapaciteit realistisch is. Het gaat om sprokkelwerk. De onderbouwing is niet compleet, hangt af van plannen van andere gemeenten, de afstand tot onderstations etc.  

Dan blijft er een grote locatie open voor zeer grootschalige opwek, in het middengebied. Dit gebied lijkt met name praktisch gekozen. Liander wil gebruikmaken van een back-uptrafo voor het aansluiten van grootschalige velden, dit gebied mogelijkheden voor 50 hectare. Wat dan de consequenties zijn van die keuze, zijn niet helder onderbouwd. Volle capaciteit voor het middengebied leidt er waarschijnlijk toe dat er belemmeringen zijn voor zon op grote daken. Grote daken die we graag, als eerste vol willen leggen. In antwoord op onze technische vragen geeft het college zelf ook aan dat deze ambities mogelijk met elkaar gaan bijten. Juist De Olm is een belangrijk bedrijventerrein om de ambitie zon op dak vol te benutten, en dat bedrijventerrein bevindt zich in feite naast het middengebied. Samenvattend: nieuwkoop wil 25% van de ambitie op grote daken realiseren. Terecht. Maar hoe die 25% zon op dak in relatie staat tot die 75% zon op land is niet helder. De vraag of de doelstellingen niet haaks op elkaar staan; daar is de motie van Natuurlijk Nieuwkoop, die van Liander garanties wil verkrijgen voor de potentie voor zon op dak, een vrij goed voorbeeld van.

De wethouder verwees bovendien in de Meningsvormende Raad naar het participatieproces, dat deze middenlocatie op basis daarvan tot stand is gekomen. Echter, deze locatie is pas – zegt ook het raadsvoorstel – later opgenomen in het proces. Het speelbord is veranderd, en dan moet je dus van goede huize komen om dat te onderbouwen. En dat, de onderbouwing, missen we wel. Op een vraag van mij, waar nou eigenlijk die integrale, analytische onderbouwing van participatie is, werd ik verwezen naar DenkMeeNieuwkoop. Afgezien van het feit dat dit raadsvoorstel natuurlijk gewoon een goede onderbouwing had moeten bevatten, heeft mijn zoektocht ook weinig opgeleverd. Ik heb gezocht naar analyses, percentages, conclusies. Wat online op DenkMeeNieuwkoop staat zijn enkele samenvattingen, waarvan nadrukkelijk gezegd wordt dat het algemene weergaven zijn. Het rapport ‘enquête uitkomst zon en wind’ bevat de uitkomst van de peilingen, niet de vertaling naar conclusies. Wat je echter wel ziet in die peilingen, is dat de overgrote meerderheid een voorkeur had voor kleine zonnevelden. Dat staat haaks op het enorme, zeer grootschalige gebied aangewezen in het midden van onze gemeente. Ik vraag mijn collega’s dan ook: kan je selectief shoppen in bronmateriaal door alleen de informatie eruit te grijpen die jouw betoog onderbouwt?

Wat jammer daarnaast dat er in het raadsvoorstel ook totaal geen koppeling is gelegd met de adviezen van de sectortafels. Die nadrukkelijk werden ingesteld om te zorgen voor een goede inpassing in het landschap, met oog voor biodiversiteit en het benutten van restlocaties, bijvoorbeeld op bedrijventereinen en tussen kassen. Echter, meest bijzonder nog Voorzitter vond mijn fractie de redenering dat het noemen van een alternatief er blijkbaar voor kan zorgen dat inwoners zonnepanelen wel of niet uit hun gebied kunnen ‘weren’. Ik citeer letterlijk uit het raadsvoorstel: ‘Het verschil tussen de petitie tegen zonnevelden in dit gebied en de andere drie is dat er geen alternatieven zijn genoemd waar zonnevelden mogelijk zouden kunnen zijn.’ Alsof we Stratego, of Koehandel spelen, en inwoners gebieden tegen elkaar kunnen uitwisselen.

Voorzitter, afsluitend, onder de streep:
– Onze fractie mist een coherente, goed onderbouwde, analyse van de resultaten van het participatieproces en de manier waarop die naar de oriëntatiegebieden zijn vertaald.
– Onze fractie mist een integrale expertanalyse van de efficiency, en überhaupt de opwekmogelijkheden van het net, en de mogelijke consequenties van ons huidige bod op de ambities voor zon op dak.

Voorzitter. Om positief af te sluiten, dienen wij een constructieve motie in. We constateren met z’n allen, op ieder bestuursniveau, dat we vele hectaren aan lege bedrijfsdaken optimaal moeten benutten. In Nieuwkoop gaat het al snel om bijna 100 hectare grote daken. Er zijn hier instrumenten voor, die Holland Rijnland heeft uiteengezet, bijvoorbeeld in de ‘Routekaart Zon op Dak’. Dit betreft instrumenten die ingezet kunnen worden door gemeenten, als duurzaamheidsleningen voor bedrijven, maar ook gratis dakscans en ondersteuning van agrariërs. Nieuwkoop heeft daar nog niet zo veel mee gedaan. Om de potentie zon op dak maximaal te benutten, dienen we onze motie in, om het college te verzoeken om voor het einde van dit jaar dit instrumentarium uit te werken, en aan de Raad ter besluitvorming voor te leggen.

Comments are closed.

Close Search Window